Deze foto maakten we onderweg naar San Leo, een erg mooi plaatsje boven op een heuvel. Je kunt er goed op zien dat het een hele klim is van onze tent (bij de pijl) naar het zwembad dat een stuk hoger ligt.
San Leo is een schattig klein plaatsje dat je vrij snel gezien hebt. Er was nog
een fort bovenop de berg, maar dat was een kwartier traplopen en dat hebben we
gezien de tijd en de hitte laten zitten.
We waren er rond 11 uur en na rondgekeken te hebben hebben we even op een terras gezeten.
Maarten bestelde er de lekkerste ijskoffie van de vakantie gedronken. Vier oudere Engelsen naast ons hadden
diezelfde koffie en die zag er zo lekker uit dat Maarten dat ook wilde. Die
Engelsen vonden de koffie ook fantastisch, want die bestelden gewoon nog zo'n koffie met veel ijs terwijl ze wat beschaamd om zich heen keken of niemand dat zag. Erg grappig.
Na de koffie gingen we in een bus zitten omdat Maarten had gezien
dat je ook met een bus naar het fort kon. Dan wilden we het wel. Toen Maarten
aan een vrouw vroeg of ze een kaartje had gekocht zei ze dat ze van een tour
waren. De bus bleek ook helemaal niet naar het fort te gaan, maar naar beneden
aan de berg. De reisleider drong er erg op aan dat we bleven zitten want het was geen
enkel probleem als we mee zouden rijden. Toen we uiteindelijk de kans kregen om uit te leggen hoe het zat en dat we dus niet helemaal de berg af wilden leek het
hem toch ook wel beter als we er uit gingen. Om 12.15 uur hadden we het wel gezien en
gingen we terug naar de camping. Omdat we vrij vroeg waren en onderweg niets te
lunchen zagen hebben we op de camping een tosti gegeten. Niets bijzonders maar
voor € 2,50 een prima lunch.
Na de lunch hebben we even gezwommen en bij de tent de tarp
opgezet. Dat gaf een beetje broodnodige schaduw. Ik heb even de afwas gedaan en Maarten
gelezen. Toen was het al bijna weer tijd om te verzamelen voor de excursie naar
het zwavelmijn museum waar we ons voor opgegeven hadden. We vertrokken om 15.45 uur in colonne vanaf de camping
naar het museum, nog geen 10 minuten rijden. Het museum kostte € 4,50 en wij vonden het niet
echt interessant. We hadden ook een beetje pech. De groep werd in tweeën verdeeld en groep 1 kreeg een
rondleiding van de eigenaar van de camping en de tweede groep (waar wij in zaten) van een meisje dat niet
zo goed Engels sprak en vooral heel saai vertelde. Er was een tentoonstelling van
gesteentes en mineralen en daarna ging het over in het zwavelmijn gedeelte.
Je
zag veel attributen van de mijnwerkers en kreeg heel globaal een beeld van hoe
het eraan toeging in de mijn. Het was binnen in de mijn 45 graden en ze werkten dan ook
met zo min mogelijk kleren aan. Het stonk er, was er donker en stoffig. Toen de
mijn gesloten werd werd het dorp Perticara een stuk kleiner doordat de
mijnwerkers op andere plaatsen aan de slag gingen. Nu zijn er nog maar 200
inwoners over. Met een vol bezette camping verdubbelt dat aantal.
Na het museum stopten we nog even bij Spaccio della Miniera, een boerderijwinkel waar
vlees en zuivel uit de omgeving verkocht wordt. We kochten er truffelgrot kaas
die erg lekker was en wat lekker vlees voor op de barbecue. Deze keer barbecueden we met een mix van kolen en briketten. Qua
hitte was dat veel beter. We waren nu om 8 uur klaar ipv 10 uur. Maarten repareerde
een kapotte tentstok en ik schreef mijn verslag. Nadat de zon rond 21.00 uur achter de
heuvels verdween werd het snel frisser al was het lekkerder dan gisteren. We
waren allebei moe en lagen al voor 22.00 uur in bed. Dat doen veel mensen op de
camping. Door de warmte is iedereen er ook al vroeg uit.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten